Overzicht Nafiel-gebeden

Overzicht Nafiel-gebeden

Hierbij treft u een van de vele voorbeelden van de Nafiel-gebeden aan voor deze zegenrijke en waardevolle nacht. Allereerst dient u de niejat (intentie) uit te spreken voor een van de onderstaande vrijwillige gebeden: 2 of 4 rak’aat Namaaz voor deze nacht.

  • 2 rak’aat Namaaz (1×2) en in iedere rak’aat leest u:

1 x Soerah Al-Fatiha (Alhamdoe), hierna

1 x Soerah Al-Qadr (Inna Anzalna Hoe), vervolgens

3 x Soerah Al-Ichlaas (Qoel Hoewallaahoe Ahad), na Salaam leest u de

Aanbevolen doewa*, Allahoemma Ien-Naka Afoew-Woen Toe Hiebboel enz. of een smeekgebed naar wens.

  • 4 rak’aat Namaaz (2×2) en in iedere rak’aat leest u:

1 x Soerah Al-Fatiha (Alhamdoe), hierna

1 x Soerah Al-Qadr (Inna Anzalna Hoe), vervolgens

27 x Soerah Al-Ichlaas (Qoel Hoewallaahoe Ahad), na de 4de rak’aat, Salaam en leest u de aanbevolen doewa* en/of smeekbede voor u zelf en voor alle (overleden) broeders/zusters.

  • 4 rak’aat Namaaz (2×2) en in iedere rak’aat leest u:

1 x Soerah Al-Fatiha (Alhamdoe), hierna

3 x Soerah Al-Qadr (Inna Anzalna Hoe), vervolgens

50 x Soerah Al-Ichlaas (Qoel Hoewallaahoe Ahad), na de 4de rak’aat, Salaam, hierna een extra Sajda verrichten en leest u in de Sajda-houding zachtjes:

1 x Soebhaan Allah Walhamdoe-Liellah Wa Laa Ielaha Iellallah-Hoe Wallahoe Akbar. Afsluiten met Salaam en de onderstaande aanbevolen doewa* en/of smeekbede voor u zelf en voor alle (overleden) broeders/zusters.

  • Allah en Zijn geliefde Profeet Mohammed (SAW):
  • Veel reciteren van de Heilige Quraan;
  • Zikr-Allah (meditatie); Tasbieh lezen;
  • Het uitspreken van Daroed Sharief en Salaam ter ere van de Heilige Profeet Mohammed (SAW).

*) De Heilige Profeet Mohammed (SAW) heeft het onderstaand smeekgebed voor deze heilige nacht aanbevolen:

Allahhoemma Ien-naka Afoew-woen toe hiebboel afwa fa’foe annie, jaa Ghafoeroe, jaa Ghafoeroe, jaa Ghafoer.

“O Allah, U bent de Enige die vergeving schenkt voor zonden, U schenkt graag vergeving, O Allah vergeef mij, O Genadevolle, O Genadevolle, O Genadevolle”