Uitvaart van de geest & de ondervraging van Munkir en Nakir.
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah, en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):
O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah; jegens zijn geboden en verboden; en ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah – de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken bevolen, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan.
En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft gesproken in zijn eeuwige woord, de glorieuze Qur’an, in surah Ali’ Imran, vers 185:
[185] Elke nafs zal proeven van de dood. En voorzeker zullen jullie je beloning ten volle worden uitbetaald op de dag der opstanding. Wie dan van het vuur wordt verwijderd en het paradijs wordt binnengelaten, is inderdaad geslaagd. Het leven dezer wereld is niets dan schijn bedrog.
En Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Inshiqaaq, vers 6-19:
[6] (zal worden gezegd) “o mens, gij moet ijverig naar uw heer streven, dan zult gij hem ontmoeten.”
[7] wat hem betreft, wie het boek in zijn rechterhand wordt gegeven,
[8] hij zal waarlijk een gemakkelijke rekening krijgen,
[9] en zal tot de zijnen in vreugde terugkeren.
[10] maar hij, wie het boek achter zijn rug wordt gegeven,
[11] hij zal vernietiging wensen
[12] en een laaiend vuur ingaan.
[13] voorzeker, hij was bij de zijnen gelukkig,
[14] en dacht inderdaad dat hij nooit zou terugkeren.
[15] ja! Voorzeker, zijn heer kent hem goed.
[16] ja, ik roep de avond schemering tot getuige.
[17] en de nacht en wat deze omsluiert,
[18] en de maan als zij vol wordt,
[19] dat gij zeker overgaat van de ene toestand naar de andere.
Broeders en zusters in islam!
Gedenk de grote menigte en de opstanding! En herinner je de dag waarop de getuigen zullen opstaan om te getuigen. Want voorwaar, in de opstanding zullen er veel teleurstellingen zijn. En op de siraat zullen er velen struikelen. En bij de weegschaal worden de daden gewogen en het onrecht zal duisternis zijn. En boeken zullen zichtbaar zijn. En er zal teleurstelling en spijt zijn om slechte daden. En vreugde en plezier om goede daden.
Dus een groep gaat naar het paradijs en stijgt in graden. En een groep gaat naar de vuurzee en daalt de in duisternissen.
En wat heb je hier in, dan te horen zeggen zo-en-zo is overleden. Ja geliefden, zo-en-zo is overleden is een woord dat door veel mensen word herhaald en door velen wordt gehoord. Maar de vraag is voor degenen die het horen, of die gaan nadenken en rekenschap nam van zichzelf. En herstelde van zijn nalatigheid. En zich af vroeg hoe het zal zijn dat er op een dag over hem wordt gezegd: zo-en-zo is overleden.
Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) deze Muharram de opening maken van een betere tijdperk voor de islam en de gelovigen (mo’minien).
Moge Allah ons deelachtig maken van het eeuwig paradijs zodat wij het eeuwig geluk mogen proeven, ameen!
Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Ameen – yaa rabbal-aalemien!