Wie is het beste van de mensen:
Dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) en wees voorzichtig met uw plicht jegens allah. Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer van macht en majesteit; want voor waar! Allah heeft bepaalde zaken opgelegd, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. En Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste heeft gesproken in zijn glorieuze woord, de nobele Qur’an:
Ik zoek Allah’s (subhanahu wa ta’ala) bescherming tegen de vervloekte satan. In de naam van Allah (subhanahu wa ta’ala), de barmhartige, genadevolle.
[41.33] en wie spreekt een beter woord dan hij die mensen tot Allah (subhanahu wa ta’ala) uitnodigt en goede daden doet en zegt: “waarlijk, ik behoor tot de moslims.” [41.34] het goede en kwade zijn niet gelijk. Trotseert (het kwade) met dat wat beter is. Dan is degene met wie u vijandschap hebt, als uw boezemvriend. [41.35] maar het is niemand gegeven behalve de geduldigen noch is het iemand gegeven behalve zij die een grote gave hebben. [41.36] en als een ophitsing van satan u treft, zoek dan toevlucht tot Allah (subhanahu wa ta’ala). Waarlijk, hij is de alhorende, de alwetende.
Wie is de meest geliefde bij Allah (subhanahu wa ta’ala)? En wie zijn geliefd bij Allah (subhanahu wa ta’ala)?
[overgeleverd] van Abdullah ibn Omar (radi allahu anhu): dat een man naar de profeet (salallahu alayhi wa salam) kwam en zei: o boodschap per van Allah (subhanahu wa ta’ala), welke mensen zijn het meest gelief bij Allah (subhanahu wa ta’ala)? En welke daden zijn het meest gelief bij Allah (subhanahu wa ta’ala)? De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei: “de meest geliefde van de mensen bij Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste zijn degenen die de mensen het meest bevoordelen; en de meest geliefde van de handelingen voor Allah (subhanahu wa ta’ala), de allerhoogste, is dat hij een blijdschap geeft aan een moslim, of dat hij voor hem een probleem verwijdert, of hij betaalt voor hem een schuld, of hij verwijdert voor hem zijn honger;
En dat ik met een broeder in zijn nood meeloop, is meer geliefd bij mij dan dat ik i’tekaaf doe in deze moskee (masdjied nabawi) voor een hele maand.
En wie zijn toorn weerhoudt, dan zal Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn naaktheid (geheime zonden) bedekken; en wie zijn woede onderdrukt, terwijl hij het z’n gang kon laten gaan als hij wilde, dan zal hij (Allah subhanahu wa ta’ala) z’n hart vullen met hoop op de dag van de opstanding.
En wie met zijn broer wandelt in nood [in diens behoefte] om voor hem van dienst te zijn, dan zal Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn voet stevigheid geven op de dag dat de voeten zullen glijden (wankelen), en voorwaar! Slechte manieren verderven de handelingen, net zoals azijn honing verderft”
In dit universele advies voor al het goede voor de moslim man en moslim vrouw, verwijst de profeet (salallahu alayhi wa salam), naar de meest geliefde van de mensen bij Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste en de meest geliefde van daden bij hem.
De 7 categorieën van gelovigen, geliefd door Allah (subhanahu wa ta’ala):
Zij die goed doen (al-muhsineen) |
Zij die zich tot hem wenden (al-tawwaabeen) |
Zij die zich reinigen (al-muttahhireen) |
De godvruchtigen (al-muttaqeen) |
Zij die op hem vertrouwen (al-mutawakkileen) |
De geduldigen (al-sabireen) |
De rechtvaardigen (al-muqsiteen) |
De liefhebbers van Allah (subhanahu wa ta’ala)
1. En doe goed: voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft hen lief, die goed doen. (surah al-Baqarah: 195) | |
2. Waarlijk! Allah (subhanahu wa ta’ala) bemint hen, die zich tot hem wenden en zich rein houden. (surah al-Baqarah: 222) | |
3. Neen, maar wie zijn belofte vervult en vreest – voorwaar! Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de godvrezenden lief. (surah al-Imran: 76) | |
4. Zij, die spenderen in voorspoed en in tegenspoed en zij, die de toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah (subhanahu wa ta’ala) houdt van hen die goed doen. (surah al-Imran: 134) | |
5. En wanneer u vastbesloten bent, leg dan uw vertrouwen in Allah (subhanahu wa ta’ala). Voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft degenen lief die vertrouwen in hem hebben. (surah al-Imran: 159) | |
6. En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de geduldigen lief. (surah al-Imran: 146) | |
7. En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft hen die goed doen, lief. (surah al-Imran: 148) | |
8. En gij zult hen altijd oneerlijk bevinden op enkelen na, dus vergeef hen en wend u van hen af. Voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft hen, die goed doen, lief. (surah Maidah: 13) | |
9. En indien u oordeelt, oordeel tussen hen met recht vaardigheid. Voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de rechtvaardigen lief. (surah Maidah: 42) | |
10. En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft hen, die goed doen, lief. (surah Maidah: 93) | |
11. Vervult daarom aan dezen het verbond tot hun bepaal de termijn. Voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de godvruchtigen lief. (surah at-Taubah: 4) | |
12. En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft hen, die zich reinigen lief. (surah at-Taubah: 108) | |
13. Met uitzondering van hen, met wie u in de heilige moskee een verbond hebt gesloten? Zolang zij dus getrouw jegens u zijn, weest getrouw jegens hen. Voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de godvruchtigen lief. (surah at-Taubah: 7) | |
14. En behandelt hen billijk. Voorwaar, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de rechtvaardigen lief. (surah al-Hudjuraat: 9) | |
15. Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, om hen goed te doen en rechtvaardig te behandelen; voorzeker, Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft de rechtvaardigen lief. (surah al-Mumtahinah: 8) |