Samenvatting Jummah Khutbah 21 juni 2024

Wat kan redden van de straf van het graf?

Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand  geleid worden.

Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.

Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah, en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.

Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):

O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah; jegens zijn geboden en verboden; en ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah – de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken bevolen, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan.

En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft gesproken in zijn eeuwige woord, de glorieuze Qur’an:

Surah Sidjdah, vers 21: Wij zullen hen inderdaad de lichtere straf doen proeven alvóór de grotere straf opdat zij zich mogen bekeren.

Surah ali-Imran, vers 102: O gij die gelooft! Vreest Allah zo als het hoort en sterft niet, behalve in de staat van volle overgave.

Surah Ibrahim, vers 27: Allah versterkt hen, die geloven met het krachtig woord in het wereldse leven en in het hiernamaals; en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen. En Allah doet wat hij wil.

Surah Ahzaab, vers 70-71: O, gij die gelooft! Vreest Allah en spreekt een waarachtig woord. Hij zal uw daden verbeteren en u uw zonden vergeven. En wie Allah en zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker een grote overwinning behaald.

Geachte broeders en zusters!

Wat kan jou redden van de bestraffing in het graf? Wanneer het nacht wordt en de duisternis zich verspreidt, dan nemen de levenden hun toevlucht naar de slaap. En elke schepsel zoekt een plaats dat veilig is en aangenaam om te slapen. Omdat de slaap een zwakte is in de schepselen. En dan verbergen zij zich uit het zicht vanwege hun zwakte. En ook om zich te beschermen en hun leven te behouden. Zo zijn de vogels in hun nesten en de kruipers (reptielen  en insecten) in hun holletjes. En de viervoeters in hun grotten en de mensen in hun woningen. Ze maken daarin speciale slaapkamers en dat is de gerieflijkste kamer in het huis en een veilig en aangename plek. En dat alles is omdat de nacht en haar duisternis een zekere ontzag heeft op de wezens.

En wanneer de mens sterft, wordt het graf zijn huis tot aan de dag der opstanding. De mensen zien de graven op aarde, maar de geestelijke realiteit is dat de doden in aangename of benarde staat verkeren. Net zoals de lieden van het paradijs of de lieden van het vuur.

En de duisternis van het graf, haar calamiteiten en haar bestraffing heeft de peinzers [zij die nadenken] bang gemaakt; en de gedachtenis daarvan heeft ze niet losgelaten. En men vermeerdert in zikr en tahajjud en vasten en goede daden en smeekbede.

De heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) heeft gezegd:

Deze graven zijn vol duisternis voor hun bewoners; en Allah de almachtige verlicht ze met mijn salaat voor hen! (sahieh Muslim)

De mensen worden gestraft in hun graven vanwege de grove zonden door hen begaan in de wereld. En anderen zijn veilig daarvan, door de leiding en genade van Allah (subhanahu wa ta’ala) aan hen. Wiens goede daden hen vooruit zijn gegaan en hun graven hebben voorbereid, zodat zij rust vinden wanneer zij daarin gaan wonen.

En de mensen worden beproefd in hun graven met de ondervraging over hun heer, over hun deen en over hun profeet saws. En ze zullen niet correct kunnen antwoorden, behalve zij – de lieden van iemaan – die door Allah (subhanahu wa ta’ala) ondersteund zullen worden. Dat zijn de lieden van iemaan en goede daden.

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ibrahim, vers 27:

Allah versterkt hen, die geloven met het krachtig woord in het wereldse leven en in het hiernamaals; en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen. En Allah doet wat hij wil.

Zo kunnen we zien dat iemaan en goede daden jou beschermen tegen de bestraffing van het graf. En zo is standvastigheid in de zaak van Allah (subhanahu wa ta’ala) ook een beschermer tegen de bestraffing van het graf.

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Fussilat, vers 30:

Voorzeker zij, die zeggen: ” Allah is onze heer,” en daarin standvastig blijven, op hen zullen de engelen nederdalen, zeggende: “vreest niet en treurt niet; maar ver heugt u over het paradijs dat u werd beloofd.

Al-Wakee’ bin Djarradj (radi allahu anhu) heeft gezegd: bushra [blijde tijding/goede nieuws] is in drie plaatsen:

-1-ten tijde van de dood;

-2-in het graf;

-3-bij de opstanding.

En Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Fussilat, vers 31:

“[de engelen zeggen] wij zijn jullie vrienden [en beschermers] in dit leven en in het hiernamaals. Daarin zullen jullie alles krijgen wat jullie  zelven zullen wensen, en jullie zullen alles hebben wat jullie zullen vragen.”

Het onderhouden van de verplichte zaken en vrijwillige daden die erna volgen, zijn ook zaken die redden en beschermen tegen de bestraffing van het graf.

Het is in de hadieth van Abu Hurairah (radi allahu anhu) dat de heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) zei:

Wanneer de overledene in zijn graf is gelegd, dan kan hij het geluid van hun zandalen horen wanneer ze van hem weggaan. Dan, als hij een gelovige was, zal zijn ‘salaat’ [gebeden] aan zijn hoofdeinde zijn, zijn ‘siyaam’ [vasten] aan zijn rechterzijde en zijn ‘zakaat’ [aalmoezen] aan zijn linkerzijde, en zijn goede daden zoals aalmoezen geven, goede relatie met familie leden, goede daden en aardig zijn met de medemens, al deze zullen zijn aan voetenkant. Dan komt er (bestraffing) aan zijn hoofdeinde en de salaat zegt: er is geen toegang van mijn kant; vervolgens komt het aan zijn rechterzijde en de siyaam (het vasten) zegt: er is geen toegang van mijn kant; vervolgens komt het aan zijn linkerzijde en de zakaat zegt: er is geen toegang van mijn kant; vervolgens komt het aan zijn voetenkant en zijn goede daden zeggen: er is geen toegang van mijn kant.

De profeet (salallahu alayhi wa salam) zegt:

wat de kafir betreft, wanneer het hem benadert van zijn hoofd zijde, is er niets daar, dan komt het van zijn rechterkant, is er niets daar, dan komt het van zijn linkerkant, en is er niets daar, dan komt het van de kant van zijn voeten, en er is weer niets daar.  (deze hadieth is sahieh volgens ibn Hibban).

Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) ons beschermen tegen de straf van het graf, ameen!

Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, Raffa en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren; moge Allah (subhanhu wa ta’ala) hen allen compenseren met algehele vergiffenis en shahadah; als ook voor iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in de ze wereld omwille van Allah. Ameen – yaa rabbal-aalemien.