Voorbereiding voor Ramadan:
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming (subhanahu wa ta’ala) tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah (subhanahu wa ta’ala) recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), is reeds gehoorzaam aan Allah (subhanahu wa ta’ala), en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah (subhanahu wa ta’ala) niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah (subhanahu wa ta’ala) met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):
O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah (subhanahu wa ta’ala). Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft bepaalde zaken opgelegd, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. En Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste heeft gesproken in zijn glorieuze woord, de nobele Qur’an, in surah al-Baqarah, vers 183-184:
[183 ] o jullie die geloven! Het vasten is jullie opgedragen, zoals het was opgedragen aan degenen die vóór jullie waren, opdat jullie godvrezend zullen zijn.
[184] een vastgesteld aantal dagen. Maar wie van jullie ziek is, of op reis, dan een aantal andere dagen. En op hen die het (met grote moeite) kunnen doen, rust de plicht van fidyah: [compensatie, zoals] het voeden van een arme. Maar wie vrijwillig meer geeft: dan is dat beter voor hem. En dat jullie vasten is beter voor jullie, als jullie dat maar wisten.
Geachte broeders en zusters!
Dit is de eerste khutbah van Sha’baan. Dit is de maand van voorbereiding voor Ramadan. We beginnen met extra vasten en beste gedrag te oefenen in deze maand!
Met deze verzen beginnen we de geur van het vasten te krijgen en de geest van ramadan te voelen. In deze verzen (ayaat) is het doel van het vasten vast gesteld, alsook enkele richtlijnen.
We leren van de traditie om onze goede daden te vermeerderen in Sha’baan door de heilige Qur’an te lezen, vrijwillige/nafil gebeden te doen, extra vasten, sadaqah te geven en naastenliefde te vergroten. We komen dichter bij de profeet (salallahu alayhi wa salam) door veelvuldig salawaat op hem te reciteren, zijn manier van leven (sunnah) te imiteren, de seerah te lezen en te bestuderen; en in gods-bewustheid te groeien door veelvuldig Allah (subhanahu wa ta’ala) te gedenken en te mediteren; onze aanbidding (ibadah) met volledige concentratie en toewijding te presenteren. Het zal ook helpen om goede gewoonten alvoor de ramadan vast te stellen. Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt:
[185] Ramadan is de maand waarin de Qur’an was neergezonden, als leiding voor de mensheid en als duidelijke bewijzen van de leiding en de furqân [onderscheiding]. Wie dan van jullie aanwezig is in de maand, laat die dan vasten, maar wie ziek is of op reis is, dan een aantal andere dagen. Allah (subhanahu wa ta’ala) wil voor jullie het gemakkelijke en hij wil niet voor jullie het moeilijke. En voltooi het aantal (dagen) en verkondig Allah’s grootheid (subhanahu wa ta’ala) opdat hij jullie leiding schonk en opdat hopelijk, jullie dankbaar zullen zijn.
In de maand van Ramadan werd de Qur’an geopenbaard! Dus zijn er twee dingen vooropgesteld:
[1]- vasten voor “taqwa”
[2]-het woord van Allah (subhanahu wa ta’ala)
Onze positie in de wereld:
Er wordt naar ons gekeken. De gids van het leven is met ons. Al-Qur’an. De kuffaar weten al dat we iets bijzonders hebben, maar ze hebben nodig om de reflectie/weerspiegeling daarvan in ons te zien. Wij zijn – als een natie – de dragers van het laatste woord van Allah (subhanahu wa ta’ala)! We hebben een gids in het boek: al-Qur’an en we hebben een gids in de brenger en drager van al-Qur’an. De profeet (salallahu alayhi wa salam) is niet zichtbaar meer onder ons, maar het wonder dat hij bracht in de vorm van het woord van Allah (subhanahu wa ta’ala), is nog steeds zichtbaar en tastbaar en hoorbaar. Het is met ons in tastbare vorm van het boek dat we in handen kunnen houden en lezen, reciteren en bestuderen.
Laat ons beginnen alvast de dingen te doen in Sha’baan wat we beter zullen doen in Ramadan: zoals vasten, extra nawafil gebeden, goede manieren (karakter opbouw), istighfaar en taubah, en het reciteren en bestuderen van de ayaat in Qur’an! Dit is geestelijke kracht-opbouw!
Maar het doel van het vasten is voornamelijk zelfcontrole; dus controle van onze lusten, controle van onze emoties en begeerten.
Begin dan nu met het minderen van je eetlust, van je kijk-lust en al de andere lusten waaraan de “nafs” zo nauw-verbonden is.
Het mag niet zo zijn dat we in sha’baan, voor de vastenmaand meer voedsel gaan opslaan, alsof er een oorlog op komst is.
Er is een oorlog op komst. Niet de fysieke oorlog, maar geestelijke oorlog! En dat is: ramadan tegen de nafs. Sta je aan de kant van Ramadan, dan is Ramadan het wapen om de nafs te bestrijden en te overwinnen.
Zonder goede voorbereiding zal je alleen maar honger lijden, maar niet sterk van worden. Honger verzwakt de nafs en maakt je sterker om haar te bedwingen. Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Nazi’at, vers 40, 41:
[40] Wat betreft degene die vreest voor het staan voor zijn heer, en de “nafs” vebiedt van haar begeerten,
[41] dan is het paradijs zijn verblijfsplaats.
We gaan een spirituele periode tegemoet. Als we ons nu daarop voorbereiden, dat zullen we tegen het einde van de ramadan lichamelijk afgeslankt zijn, met een sterker immuun systeem en gezonder ook; en geestelijk zullen we verlicht en sterker zijn met goddelijk licht en met goddelijk kracht.
Voor alles is voorbereiding nodig als je het goed wil doen. Allah leert ons om de wudhu te doen voordat we gaan staan voor het gebed. De voorbereiding van het vasten is sha’baan met het doen van al de handelingen die in de islam geboden zijn en na te laten die verboden zijn. Denk eraan: godsbewustheid staat boven alles.
Dit is de essentie wat het vasten zinvol maakt, anders is het alleen maar verhongering en dat heeft geen geestelijke waarde. En geesteskracht is wat gelovigen hebben als wapen tegen het kwaad.
Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) ons de taufiek geven om ons voor te bereiden voor Ramadan, zodat we Ramadan op gepaste wijze mogen verwelkomen. Marahaban, yaa shahra Ramadan!