Vrijdagpreek over Ashura, de 10e van Muharram:
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah, en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):
O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah; jegens zijn geboden en verboden; en ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah – de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken bevolen, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan.
En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft gesproken in zijn eeuwige woord, de glorieuze Qur’an:
“O jullie die geloven, vreest Allah zoals het hoort en sterft niet anders, dan als moslims (in overgave).”
De islam is de ware “deen” (religie). Het is de geweldige “deen” die Allah (subhanahu wa ta’ala) de almachtige heeft behaagt voor zijn dienaren. Het is de “deen” die alle profeten brachten van Adam (alayhi salaam), de eerste profeet en boodschappers, tot aan het zegel der profeten, Mohamed Mustafa (salallahu alayhi wa salam).
Alle lof zij Allah die ons heeft geleid naar deze “deen”, die opstijgt. En niets stijgt boven haar, ongeacht hoeveel onrecht, duisternis en onderdrukkers en ongeacht hoeveel corruptie en verderf-zaaiers en ongeacht hoeveel onwetendheid en domme mensen er zijn.
De “deen” van Allah moet zegevieren. En we trekken grote lessen uit de gebeurtenissen die plaatsvonden op de 10e dag van Muharram. De 10e dag van Muharram is bekend met goede daden, deugden, incidenten en goede lessen. En het is beroemd bij de laatste generaties alsook de eerste generaties. En Allah heeft het vasten op de 10e dag van Muharram vrijwillig gemaakt en het is niet verplicht om te vasten volgens de informatie van de twee sahih’s: (Bukhari en Muslim):
“Vandaag is de dag van Ashura en Allah heeft het vasten voor jou niet verordend. Wie wil, laat hem vasten, en wie wil, hoeft niet te vasten.”
Op deze dag… accepteerde Allah (subhanahu wa ta’ala) het berouw van Adam (alayhi salaam).
En op deze dag redde hij Noah (alayhi salaam) en bracht Hij hem triomfantelijk vanuit de Ark.
En op deze dag redde Allah Abraham (alayhi salaam) van het vuur van Nimrod.
En op deze dag bracht Allah Yusuf (alayhi salaam) terug naar zijn vader, Jacob (alayhi salaam).
En op deze dag gaf Allah de overwinning aan Musa (alayhi salaam) over de Farao en splitste de zee voor hem en de kinderen van Israël.
En op deze dag haalde Allah Yunus (alayhi salaam) uit de buik van de walvis.
En hij verwijderde de aandoening van Ayyoub (alayhi salaam).
De profeten worden niet getroffen met weerzinwekkende ziekten zoals melaatsheid (Lepra) en het uitgaan van wormen uit hun lichaam. En het is niet waar van Ayyoub (alayhi salaam) dat er wormen kwamen uit zijn wonden en het is ook niet waar dat hij de wormen nam en terugzette en zei tegen hen: “eet van wat Allah je heeft gegeven/voorzien”. Degene die dat heeft gezegd, heeft de deen verloochend.
De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei: “Allah heeft elke profeet gestuurd met een mooi gezicht en een goede stem, en jouw profeet is de beste van hen in aangezicht en de beste van hen in stem” (overgeleverd door al-Tirmidhi).
En op de dag van Ashura, gebeurde de slag van Dhul-raqa’ in het 4e jaar van de hidjra. De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), ging uit Medinah met 700 van zijn metgezellen die doelden op stammen uit Nadjd, namelijk de Bani Muharib en de Bani tha’laba uit de Bani Ghatafan (en Abu Dhar al-Ghifari was gesteld in Medinah). En ze hadden de metgezellen van de profeet (salallahu alayhi wa salam) verraden en doodde zeventig predikers (muballigheen) die door de profeet waren gestuurd om op te roepen tot de islam en mensen goedheid te leren. En nadat de “mushrikeen” zich voorbereid hadden om de profeet en zijn metgezellen te bestrijden, en toen ze wisten van zijn vertrek en de samenbundeling van de twee groepen, toen wierp Allah vrees in de harten van de stammen van de “mushrikeen”. Dus sloegen ze op de vlucht en lieten hun vrouwen achter; dus was er geen oorlog en gevechten meer, en Allah is genoeg voor zijn profeet en zijn metgezellen tegen het kwaad van deze ongelovige menigten.
Daarin was op de dag van Ashura op de vrijdag in het jaar 61 Hijra de tragedie die de moslims overkwam met het doden van de kleinzoon van de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam). Met de moord op Abu Abdullah al-Hussein, ibn Ali, kleinzoon van de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), zoon van zijn dochter Fatima (radi allahu anhu) .Door toedoen van een onrechtvaardige groep. Dus Hazrat Hussein stierf als een martelaar (shaheed) op de leeftijd van 56jr. Zijn grootvader, de heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) zei over hem en zijn broer;
‘Hassan en Hussein zijn de leiders van de jeugd van het volk van paradijs.”
Hij zei verder: “Hussein is van mij en ik ben van Hussein.”
[overgeleverd door al-tirmidhi, ahmad en al-tabarani].
Dat wil o.a. zeggen; mijn liefde voor hem is compleet.
Op de 10e dag van Muharram door de tijden heen, vonden er gebeurtenissen plaats, waaronder het koninkrijk dat Allah gaf aan Sulaiman (alayhi salaam), die door Allah de almachtige werd geëerd met vele zegeningen en Allah zegende hem met grote wonderen die een titel van grootheid en glorie waren en een manifestatie van de grote genade van Allah (subhanahu wa ta’ala). Toen Allah de almachtige hem zegende met profeetschap en volledige controle over demonen, de djinn en de mensheid. En Allah gaf hem de kennis om correct (wijs) te oordelen alsook de lofprijzing van de bergen. Allah (subhanahu wa ta’ala) leerde hem de logica en spraak van de vogels, en alle talen der dieren en mensen, zodat hij begreep wat andere mensen niet konden begrijpen. Allah (subhanahu wa ta’ala) maakte de wind onderdanig en dienstbaar voor zijn profeet Sulaiman (alayhi salaam) en het vervoerde hem naar waar van de wereld hij maar wilde gaan.
Een van de zegeningen van Allah de almachtige op Sulaiman (alayhi salaam) is dat zijn soldaten djinns waren, mensen en vogels, en Sulaiman (alayhi salaam) had hun werk voor hen georganiseerd en hun zaken voor hen geregeld. Dus als hij op pad ging, gingen ze met hem mee in een majestueuze processie omringd door soldaten en dienaren van alle kanten, dus mensen en djinns liepen met hem gehoorzaam en luisterend naar zijn bevel. En vogels van alle soorten beschermden hem met hun vleugels tegen de hitte van de zon en dit alles is van de zegen (fadhl) van Allah (subhanahu wa ta’ala) voor zijn dienaar en profeet Sulaiman (alayhi salaam). En hij was een gehoorzame en vrome dienaar. Zijn voedsel was gerstebrood, en hij riep op tot de aanbidding van Allah alleen ,zonder deelgenoot. En hij was een van de dankbare dienaren van Allah. En hij zei tegen de boer die naar hem keek terwijl hij op het tapijt van de wind was en zei: “Allah gaf Dawud een grote koninkrijk.”
En Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Soad:
“En wij gaven Sulaiman aan Dawud; een gezegende de dienaar was hij, altijd terugkerend!”
Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) ons zegenen met het voordeel van de profeten, de heiligen en de rechtvaardigen, ameen!
Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Ameen – yaa rabbal-aalemien!