Het geloof in predestinatie, het goede en het kwaad is gods wil en verandert niet.
Alle lof zij Allah, de heer der werelden. Wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis. Wij geloven in Hem en stellen geheel onze vertrouwen op Hem. En wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in onszelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt, kan door niemand misleid worden. En wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen andere god is naast Allah (subhanahu wa ta’ala). Hij is enig, zonder deelgenoten, zonder gelijke, noch gelijkenis. Geen zoon heeft hij, noch metgezel en er is niets dat op hem lijkt.
En ik getuig dat onze leider, onze meester, en onze profeet: Mohammed Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de trouwe dienaar is van Allah, alsook Zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar alle mensen in het bijzonder en naar de gehele schepping in het algemeen. Als een voorbode van blijde tijding, en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels!
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah. En wie ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper, doet niemand kwaad dan zichzelf en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn, zijn vrome en pure nakomelingen, zijn schitterende metgezellen, en allen die in hun voetsporen volgen, in al het goede tot op de laatste dag. En veel meer salutaties hierna.
Ammaa ba’d (voor wat nu volgt)
O dienaren van Allah! Vreest Allah de allerhoogste! Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn, jegens Allah de heer van macht en glorie; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken geboden, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. Allah is het, die de Qur’an in het hart van zijn geliefde profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) heeft neergedaald, in zijn eeuwig oude woord, de gezegende Qur’an.
Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan; in naam van Allah de meest barmhartige, de meest genadevolle:
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Qamar, vers 49:
[49] voorwaar! Alles hebben wij op maat geschapen.
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Furqan, vers 2:
[2] En Hij schiep alles en berekende het met een nauwkeurige berekening.
Geachte broeders en zusters!
Goed en kwaad zijn twee aspecten van het wereldse leven en zijn in betrekking tot de waardering of ervaring van de mensen. Ze zijn verschillend, maar alles is in de schepping van Allah (subhanahu wa ta’ala). Ze zijn relatief in de waardering en ervaring van de mens. Dus, wat goed is voor de één, is slecht voor een ander. Maar wat goed of slecht is in de deen van Allah, is bepaald door Allah in zijn eeuwig woord.
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Fussilat, vers 34:
[34] Goed en kwaad zijn niet gelijk. Betaal met wat beter is; en dan is degene tussen wie jou in vijandschap is, alsof hij een boezemvriend is.
*(dat wil zeggen, betaal het kwaad met het goede en zo doende maak je een vijand tot een boezemvriend)
De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei: “er zullen mensen in mijn ummah zijn die niet in Allah en de Qur’an zullen geloven zonder het te beseffen. Dus zei ik: ‘o boodschapper van Allah, hoe zeggen ze dat?’ hij zei: ‘ze zullen een deel van het lot erkennen en niet geloven in een ander deel. Ze zullen zeggen dat het goede van Allah komt en het kwade van de satan.”
*(overgeleverd door imam Ahmad bin al-Hussein, vader van Bakr al-Bayhaqi, moge Allah hem zegenen met zijn overleveringen te schrijven aan Rafi’ ibn Khadij, een metgezel van de boodschapper van Allah)
Het geloof in het lot, het goede en het kwade ervan, betekent geloven dat alles wat tot stand komt, of het nu goed of kwaad is, volgens het eeuwige besluit van Allah is. Dus, goed zijn de daden van de dienaren volgens Allah’s besluit, liefde en welbehagen. En slecht zijn de daden van de dienaren die zijn volgens het besluit, de schepping en de kennis van Allah, maar niet volgens zijn liefde of goedkeuring. Allah is de schepper van goed en kwaad, maar hij keurt het goede goed en keurt het kwade af. De almachtige Allah is de schepper van daden, bedoelingen en wil van zijn dienaren, zowel goed als slecht.
Weet dat er niets in deze wereld gebeurt, behalve op bevel van de almachtige Allah (subhanahu wa ta’ala). Het lot maakt alles zoals het is en de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei:
“geloof is dat je gelooft in Allah en Zijn engelen en Zijn boeken en Zijn boodschappers en de laatste dag en gelooft in het lot, het goede en het kwade ervan”.
Dat betekent dat de schepselen die Allah heeft voor bestemd om goed en kwaad te bevatten alleen bestaan door het eeuwige besluit van Allah. Wat de eigenschap van Allah “al-Qadir” betreft, dit betekent niet het lot en kan niet als slecht beschreven worden.
En geloof in het lot is een van de belangrijke zaken en is gebaseerd op het geloof dat alles gebeurt door de wil van Allah (subhanahu wa ta’ala) en dit omvat ook het doen van goed en kwaad door de dienaar door zijn eigen keuze. Allah’s wil is effectief in alles wat Hij wil, volgens Zijn eeuwige kennis. En wat Hij wist dat niet zou gebeuren, wilde Hij niet dat het zou gebeuren, dus gebeurt er niets in de wereld, behalve door de wil van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Oorzaken zijn niet in tegenspraak met het vertrouwen op Allah, noch is het in tegenspraak met de overtuiging dat alles volgens Allah’s besluit is, omdat onze gedachten en onze daden en onze wil door Allah’s schepping, Zijn besluit en Zijn wil zijn, welke onveranderbaar zijn. Iedereen die anders gelooft of daaraan twijfelt, dan is zijn islam niet geldig meer. Dus moet hij terugkeren naar de islam door de twee geloofsgetuigenissen [kalimah’s] uit te spreken en tegelijkertijd het corrupte geloof op te geven:
“ash-hado an-laa ilaaha illallah, wa ash-hado anna mohammadar-rasoelullah”
(ik getuig dat er geen ander god is dan Allah, en ik getuig dat Mohammed de boodschapper is van Allah)
Allah is de schepper van goed en kwaad, maar Hij keurt het goede goed en keurt het kwade af. Hem wordt niet gevraagd wat Hij doet. Allah de almachtige zegt in surah al-Falaq, vers 1-2:
[1] zeg: ik zoek toevlucht bij de heer van de dageraad.
[2] tegen het kwaad van wat hij heeft geschapen.
Zijn uitspraak (salallahu alayhi wa salam) in de lange hadith van Gabriël:
“iemaan is geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, en in de laatste dag, en in het lot, het goede ervan en het kwade ervan.”
En met zijn uitspraak (salallahu alayhi wa salam) en in de “qadr”, bedoelde hij de eigenschap van Allah. Het is verplicht te geloven dat alles wat tot stand komt, gebeurt door een eeuwig plan van Allah, dus Allah’s plan is Zijn attribuut dat eeuwigdurend is en alles omvat wat tot stand komt, namelijk de lichamen en de daden, zowel het goede als het kwade.
Dus de “qadr” van Allah, wat Zijn eigenschap is, kan niet beschreven worden als slecht/kwaad. De betekenis van het goede ervan en het kwade ervan betreft de schepping, waarin goed en kwaad bestaat. Dus alles is ontstaan door het eeuwige plan van Allah, dus de boodschapper (salallahu alayhi wa salam) gebruikte het woord “qadr” in de ene zin als een eigenschap van Allah en in de andere zin als de schepping van Allah.
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Qamar, vers 49:
[49] voorwaar! Alles hebben wij op maat geschapen.
Dat wil zeggen met een eeuwig plan. En imam Muslim vermeldt in zijn sahieh dat de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei:
“alles heeft een maat, zelfs de zwakheid en de slimheid”.
Wat domheid en intelligentie betekent. Het is dus niet toegestaan om te zeggen dat Allah het goede heeft verordend en niet het kwade, omdat dit in strijd is met de Qur’an, de hadith en goed verstand.
Alles in deze wereld valt onder qadr, dat is de beschikking van Allah. Daarom hebben we geleerd van de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) om te zeggen: “innaa lillahi wa innaa ilaihi raadji’oen”. Om ons te herinneren dat we van Allah (subhanahu wa ta’ala) komen en dat we terug tot Hem keren.
Moge Allah ons zegenen met de geweldige Qur’an; en moge Hij ons ervan laten profiteren, van de verzen en wijze herinneringen. Voorwaar, Hij is de almachtige, gulle, lieve koning. Goedertierend, lieflijk en genadevol.
Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Amien yaa rabbal alemien!